Van de keukentafel bij tante Wies..
Goed kan ik me nog herinneren dat we vroeger tijdens vakantieperiodes met papa naar tante Wies gingen. Zij woonde op de brouwerij. Het was dan heel gezellig en we moesten altijd rond de middag aanschuiven om mee te eten, ondanks dat ze eigenlijk niet, op ons kinderen had gerekend.
Haar motto was:“Good aete, good drinke en gaer hie zin” (Goed eten, goed drinken en graag hier zijn).
Steeds kregen we dan gerechten geserveerd die uren lang hadden staan pruttelen in haar ouderwetse keukentje. Eigenlijk een vorm van slow-cooking dus.
Vaak werd hier ook het bier dat ze die morgen had geproefd verwerkt in het gerecht. Nee, tante Wies was zuinig, niets werd er verspild en zeker niet ons bier. Iemand die duidelijk de oorlog had meegemaakt.
…naar de brouwerij.
Aansluitend liepen we dan met papa door de brouwerij naar zijn kantoor. Dit was imponerend en maakte grote indruk. De geluiden van compressoren, de ratelende flesjes met hun eigen dynamiek, het was geweldig. Dit wilde ik later ook wel.
Het was dan ook niet gek dat ik gestart ben in de flessenvullerij. De afdeling waar volledig automatisch duizenden flesjes per uur gevuld worden.
Ik kwam binnen op het “juiste” moment: de introductie van onze nieuwe fles. Dit betekende 8.000.000 oude flessen uit de markt halen en daarvoor in de plaats 8.000.000 nieuwe. Ik geef het je te doen.
Op dit moment ben ik ook bezig in andere afdelingen, maar daarover later meer.